ARTWORK GUIDE
Design is our job
De bedrukking van uw product is erg belangrijk voor ons en niet altijd even eenvoudig. Daarom hebben wij een aantal richtlijnen op gesteld. Zo kunnen wij maximum in 10 (verschillende) kleuren bedrukken (zowel flexo als diepdruk bedrukking) inclusief witte en/ofmatte afwerking. Het ‘paper-feel’ vernis maakt hier geen deel van uit. Gelieve de onderstaande aanbevelingen op te volgen, zo kunnen wij u het beste resultaat voor uw bedrukking garanderen. Let op! Wij zijn niet verantwoordelijk voor eventuele inhoudelijke fouten bv. typfouten, etc.
Software / Formaat:
- Adobe Illustrator (voorkeur) of Photoshop: AI- of EPS-formaten. Alle tekst en lettertypen geconverteerd naar contouren.
Afbeeldingen:
-
Alle Photoshop-afbeeldingsbestanden moeten worden gekoppeld en in ingesloten zijn. Maak de lagen nooit plat en verander de map niet.
-
De resolutie van fotografische afbeeldingsbestanden moet op schaal 1: 1 en niet minder dan 300 dpi zijn.
-
Gebruik geen scanfoto’s voor afbeeldingen.
-
Zorg ervoor dat afbeeldingen met een hoge resolutie worden opgeslagen in de CMYK-kleurmodus en niet in de RGB-modus. Als u afzonderlijke kleuren gebruikt, gebruik dan Pantone-kleuren als referentie – bij gebruik van CMYK-kleuren ontvangt u vóór de productie een proef om de kleuren te controleren. Het bewijs is op papier gemaakt dat het plastic imiteert.
Fonts:
-
Maak alle lettertypen in illustraties in contouren, curven of paden (gevectoriseerd)
-
Vermeld alle scherm- en printerlettertypen (koffer- en Postscript-lettertypen)
-
Controleer altijd de spelling, inhoud en lay-out.
Barcodes:
-
Alle streepjescodes (UPC-codes) moeten geschaald worden op 100% of groter.
-
Zorg ervoor dat de achtergrond- en staafkleuren contrasteren zijn om correct scannen te maken.
Kunstwerk Bestandsverzending:
Zorg ervoor dat u uw bestanden comprimeert (zip) vóór verzending. Om bestandsbeschadiging te voorkomen wanneer het gecomprimeerd wordt, gebruik dan geen gereedschap dat werkt onder Mac zoals Stuffit maar een Windows software zoals WinRar of WinZip. U kunt uw illustratiebestanden (één bestand voor elk kunstwerk) op de volgende media indienen:
-
E-mail (alleen bestandsgrootte 5 MB of minder)
-
-
FTP (neem contact met ons op als u uw kunstwerk via onze FTP-server wilt indienen)
-
CD of DVD
Alle bestanden moeten met een papieren proefversie of een PDF met lage resolutie ter referentie vergezeld zijn.
Informatie waarmee rekening moet worden gehouden bij het maken van afbeeldingen:
- Optische eigenschappen van de film die voor een folie gebruikt worden: een transparante film heeft een witte grondlaag nodig om het afdrukken te verbeteren. (Zonder deze grondlaag zouden de kleuren met een lage opaciteit doorschijnend worden bv. geel.) Een gemetalliseerde film vereist ook een effen kleur om wijziging van de kleuren te voorkomen. (Anders krijgt geel een gouden glans.). Tenzij een volledig wit nodig is, moet de positie van het wit en de lege plekken worden aangegeven bij het doorsturen van de bestanden.
- Inhoud van het zakje: een bedrukking op een transparante film zal nooit ondoorzichtig zijn, zelfs niet met verschillende volledig witte bedekkingen – dit kan opgelost worden met het vervangen van materiaal en het gebruiken van een witte kleur in de masterbatch. Let op! Hierbij is een transparante ruimte niet mogelijk.
- Registreer toleranties tussen eenkleurige stations op de drukpers:
- Flexo 0,1 mm
- Rotogravure 0,15 mm
(Deze informatie moet je niet onthouden om terugval te hebben, wij moeten namelijk anticiperen op het compenseren van anamorfose, maar je moet een aantal grafische praktijken vermijden zoals fijne tekstopeningen in de CMYK, fijne contouren of frames in een kleur gemaakt van CMYK, …).
- Het maken van een stazak vereist dat de lasbaren contact met de drukinkten vermeden moeten worden. Het afsnijden van zakken zal een verplaatsing van +/- 3 mm veroorzaken in de looprichting van de machine en +/- 1 mm over de film (dwarsrichting). We raden aan dat aflooprand 3 mm ofwel onbedrukt is of er gebruik gemaakt wordt van een effen kleur of er een symmetrisch patroon is tussen de linker- en de rechterkant van de zak als voor- en achterzijde. Wanneer de stazak voorzienwordt van een ‘Easy Open’, moeten deze op 20 mm van de bovenkant van de stazakworden geplaatst. Wanneer de stazak voorzien wordt van een hersluitbare zipsluiting, moet deze op 30 mm van de bovenkant van de buidel worden geplaatst.
- Kenmerken van de gebruikte film voor het maken van de stazak: een meerlagige foliekrijgt een zogenaamde sandwich-bedrukking waarbij er bedrukt wordt tussen twee lagen – om voedingscontact te vermijden. Een enkellaagse folie krijgt een buitenste bedrukking bovenop de film. Bij gebruik van een enkellaagse film mogen de drukinkten niet in contact komen met de afdichtingsinrichtingen van de verpakkingsmachines. Daarom zijn de te verzegelen gebieden meestal vrijgesteld van Corona-behandeling (bij het maken van de graficus moet rekening worden gehouden met de gebieden die op de tekening zijn aangegeven door de fabrikant van de verpakkingsmachine).
- Verpakkingsproces: verpakking vindt plaats als vlakke film, buisfolie of (sta)zakken. Het bedrukken van deze producten moet overeenkomen met de vullijnen (afslagen)van de klant of onze converteermachines.
Uit het standpunt van de klant: Een folie of een buisfolie krijgt een registermarkering die zich normaal gesproken uiterst links of rechts van de film en in een gebied zonder afdrukken bevindt. Aan de hand van deze registermarkering kan de machine daarentegen meten om de beweging te bepalen die overeenkomstig zijn met de lengteverpakking. (De grootte van het registermarketing, de positie en het blanco gebied moeten worden gedefinieerd door de fabrikant van de verpakkingsmachine). Het afdrukken op een film moet voldoen aan een opmaakschema dat normaal gesproken van links naar rechts en achter1/voorkant/ achterkant2 wordt opgesteld (raadpleeg de instructies van de fabrikant van de verpakkingsmachine). In het geval van voorgevormde zakken, ongeacht het sluitsysteem (bijvoorbeeld afdichting, ritssluiting, …), moet het betrokken gebied worden gedefinieerd vanwege het risico van oppervlaktevervorming, afhankelijk van het sluitsysteem (deze informatie moet worden verkregen via de machine operator/machinebouwer).